Kostencalculatie volgens productiecentramethode

Voor elk bedrijf is het van belang inzicht te verkrijgen in de winstbijdrage die elk(e) product(groep) aan het resultaat levert. Daartoe moeten alle relevante kosten geregistreerd worden en aan de producten worden toegerekend. De winstbijdrage is dan gelijk aan de omzet verminderd met de kostprijs van het betreffende product. Voor een bepaald product of productgroep worden in dit werkblad de percentages van onderlinge leveringen tussen hulpkosten- en hoofdkostenplaatsen vastgelegd. Ook worden de direct toerekenbare kosten geregistreerd. Op basis hiervan worden de totale kosten per product(groep) bepaald.

Inloggen

Lid van de Kennisbank Financieel?

 

Log hier in om verder te lezen.

Afbreken

Gebruikersgegevens

 

Geef hier uw gebruikersnaam en wachtwoord:

Werkbladen in deze Excelsheet

Werkblad Totale kosten per eindkostenplaats

Bekijk screenshot van dit werkblad

Gebruiksinstructie

Introductie

Voor elk bedrijf is het van belang inzicht te verkrijgen in de winstbijdrage die elk product(groep) aan het resultaat levert. Daartoe moeten alle relevante kosten geregistreerd worden en aan de producten worden toegerekend. De winstbijdrage is dan gelijk aan de omzet verminderd met de kostprijs van het betreffende product. Het toerekenen van de kosten aan de producten noemt men ook wel kostprijsanalyse.

Dankzij een goede kostprijsanalyse kunt u inzicht krijgen in:

  • de winstgevendheid van de producten;
  • de samenstelling van de kosten van de producten;
  • de kostenveroorzakers van de betreffende producten;
  • de invloed op de kosten als gevolg van een stijging of daling van het volume in producten.

Er zijn diverse verbijzonderingsmethoden om kosten door te belasten naar producten. Deze methoden geven aan op welke wijze de kosten toegerekend moeten worden via oorzakelijke relaties, aan de calculatieobjecten. Hierbij kunt u denken aan product, afdelingsprestatie, machineprestatie, serie of order.

De aard van het calculatieobject is afhankelijk van de productiestructuur:

  • homogene versus heterogene productie;
  • massa- versus stukproductie (process costing versus job order costing).

In de bedrijfseconomie onderscheidt men de volgende methoden voor het bepalen van de integrale kostprijs:

  • deelcalculatie: (constante + variabele kosten)/aantal geproduceerde eenheden;
  • opslagmethode: kostprijs + winstopslag;
  • productiecentramethode.

In feite zijn de eerste twee methoden een vereenvoudigde en grove benadering van de werkelijkheid.

Een van de meer realistische kostenallocaties is de zogenoemde productiecentramethode. Volgens deze methode worden de verschillende soorten vaste kosten aan de verschillende producten toegerekend op grond van de verhouding waarin deze producten onder normale omstandigheden gebruikmaken van de productiemiddelen die de betrokken vaste kosten hebben veroorzaakt.

De kostenverbijzondering via de productiecentramethode maakt gebruik van functionele indelingen van het bedrijf. De functionele indeling hoeft niet per se gelijk te zijn aan de functies of afdelingen binnen het bedrijf. Deze functies worden aangeduid als kostenplaatsen. De producten worden aangeduid als kostendragers.

Er zijn de volgende soorten kostenplaatsen te onderscheiden:

  • Hoofdkostenplaatsen of productiecentra, waarvan de prestaties rechtstreeks ten gunste komen van een product (kostendrager). Als voorbeeld kunt u denken aan verkoop, productie, expeditie, magazijn.
  • Hulpkostenplaatsen, die de goederen en diensten niet rechtstreeks aan producten leveren, maar aan andere kostenplaatsen. Denk hierbij aan administratie, personeelszaken, inkoop, planning en algemeen beheer.

De toerekening van de kosten bij de productiecentramethode verloopt stapsgewijs. Schematisch voorgesteld ziet het proces eruit als in het schema hieronder.

In dit schema hebben we realistisch de onderlinge prestatie-uitleveringen afgebeeld. Deze kunnen zowel plaatsvinden tussen de hulpkostenplaatsen als tussen de hulpkostenplaatsen en hoofdkostenplaatsen.

Als twee of meer kostenplaatsen onderling prestaties uitwisselen, ontstaat het probleem van de wederzijdse afhankelijkheid van de kostentarieven van die prestaties. De totale kosten van kostenplaats A worden mede afhankelijk van de totale kostenplaats B en omgekeerd.

De kosten van A kunnen pas bepaald worden als de kosten van B bekend zijn, maar ook het omgekeerde is waar.

Deze ogenschijnlijke vicieuze cirkel kan alleen doorbroken worden door middel van matrixalgebra, waarin de afhankelijkheidsrelaties tussen de kostenplaatsen onderling in een stelsel van lineaire vergelijkingen simultaan in één calculatieproces worden opgelost.

Excel kan uitstekend overweg kan met matrixalgebra. De matrixalgebra is een zeer geschikt hulpmiddel ter oplossing van kostenallocatie bij wederzijdse leveringen. Excel is daarbij een belangrijk hulpmiddel bij het snel uitvoeren van relatief bewerkelijke operaties die normaliter met de matrixalgebra zijn verbonden.