Doel van deze tool
In deze werkbladen moet voor maximaal tien verschillende producten het vertekeningseffect als gevolg van toepassing van de
toeslagcalculatie worden geanalyseerd.
In deze analyse wordt per kostencategorie een vergelijking gemaakt van de activiteitgerelateerde en overige indirecte kosten
uit de ABC-calculatie enerzijds en de indirecte kosten uit de toeslagcalculatie anderzijds. De directe materiaal-, productie-
en verkoopkosten worden bij deze analyse buiten beschouwing gelaten, aangezien deze bij beide calculatiemethoden gelijk zijn.
Hetzelfde geldt in dit voorbeeld voor de indirecte administratiekosten.
Resultaten
In deze werkbladen (05-vert.eff ind.ks.mat, 06-vert.eff ind.ks.prod en 07-vert.eff ind.ks.verk) worden de volgende resultaten getoond:
Pos. # |
Omschrijving |
In de cellen |
|
Per eenheid product |
|
4 |
Totaal activiteitgerelateerde en indirecte kosten (bij toepassing ABC-calculatie) |
D27 – M27 |
5 |
Indirecte kosten (bij toepassing toeslagcalculatie) |
D32 – M32 |
|
|
|
|
Verschil ten opzichte van de ABC-calculatie (vertekening, pos. 5 -/- pos. 4) |
|
6 |
|
D35 – M35 |
7 |
|
D36 – M36 |
Bij de analyse van de verschillende processen en activiteiten die ten behoeve van de ABC-calculatie is uitgevoerd en de activiteitentarieven
die daaruit voortkwamen, is een aanzienlijk deel van de tot nu toe ('traditionele') indirecte kosten omgezet naar vrijwel
'directe' kosten. Deze kosten zijn direct gerelateerd aan activiteiten en via de activiteiten aan producten. Er is nog een
klein gedeelte aan kosten overgebleven dat niet aan activiteiten of producten kan worden gekoppeld. Deze kosten worden de
'overige indirecte kosten' genoemd.
In de cellen D35 tot en M35 worden de kostenvertekeningen weergegeven (per eenheid eindproduct) zoals die optreden bij de
traditionele toeslagcalculatie, in tegenstelling tot de exactere ABC-calculatie.
Een positieve verschilwaarde in rij 35 betekent:
- de indirecte kosten per stuk op basis van de toeslagcalculatie zijn hoger dan de activiteitgerelateerde en overige indirecte
kosten per stuk op basis van de ABC-calculatie;
- in de toeslagcalculatie zijn voor het betreffende product te hoge indirecte kosten toegerekend.
Een negatieve verschilwaarde in rij 35 betekent:
- de indirecte kosten per stuk op basis van de toeslagcalculatie zijn lager dan de activiteitgerelateerde en overige indirecte
kosten per stuk op basis van de ABC-calculatie;
- in de toeslagcalculatie zijn voor het betreffende product dus te lage indirecte kosten toegerekend.
Bij de verkoopkosten werken de vertekeningen zelfs langs twee wegen door. De basis waarover de toeslag voor indirecte verkoopkosten
wordt berekend, zijn de totale productiekosten. Doordat daar al de indirecte kosten voor materiaal en productie in zijn verwerkt,
zal deze toeslagbasis bij de ABC-calculatie verschillen van de toeslagcalculatie. Zelfs als bij de indirecte verkoopkosten
hetzelfde toeslagpercentage voor indirecte verkoopkosten zou worden gehanteerd, zou er nog een verschil optreden in de toegerekende
indirecte verkoopkosten omdat de basis waarover de toeslag wordt berekend, verschilt. Daarbovenop komt dan nog het verschil
door de splitsing in activiteitgerelateerde verkoopkosten en overige indirecte verkoopkosten bij de ABC-calculatie.
Uit de analyse blijkt:
- bij de materiaalkosten krijgen product A1 en B2 te weinig indirecte kosten toegerekend bij toepassing van de toeslagcalculatiemethode
(€ 4,16 respectievelijk € 5,25). Product D4 daarentegen krijgt te veel indirecte materiaalkosten toegerekend (€ 1,56 ofwel
27,4% te veel);
- bij de productiekosten is met name opvallend dat product C3 veel te weinig indirecte kosten krijgt toegerekend, waardoor de
indirecte productiekosten per stuk bij de toeslagcalculatiemethode (€ 232,85) bijna de helft lager uitkomen dan bij de ABC-calculatie
(€ 461,95), een verschil van € 229,10 per eenheid product;
- bij de verkoopkosten krijgt product D4 te veel indirecte verkoopkosten toegerekend bij toepassing van de toeslagcalculatiemethode
(€ 10,27 per stuk ofwel 46,2%). Product A1, B2 en C3 daarentegen krijgen te weinig toegerekend (21,5%, 21,2% respectievelijk
12,5%).