Introductie
We gaan nader in op de verschillende mogelijkheden om renterisico's af te dekken met behulp van rente-instrumenten. Het gebruik
van rente-instrumenten wordt in de praktijk ook wel aangeduid onder de verzamelnaam 'hedging' of als 'het aangaan van een
hedge'. Voordat een onderneming tot de inzet van rente-instrumenten besluit, moet echter allereerst duidelijk zijn:
- welke renterisico's afdekking behoeven;
- wat de precieze omvang is van het renterisico;
- wat de termijn is waarover renterisico wordt gelopen.
Behalve van opties kan ter afscherming gebruik worden gemaakt van onder andere de volgende instrumenten:
- caps, floors en collars (gebaseerd op geldmarktrente);
- fraptions (gebaseerd op geldmarktrente);
- swaptions (gebaseerd op geldmarkt- en kapitaalmarktrente);
- opties op obligatiefutures (gebaseerd op kapitaalmarktrente).
Deze instrumenten worden op de onderhandse markt (bij banken) verhandeld. De genoemde rente-instrumenten werken volgens een
vergelijkbaar principe als de besproken opties op obligaties: ze bieden bescherming tegen een ongewenste renteontwikkeling,
zonder geheel uit te sluiten dat ook wordt geprofiteerd van een gunstige renteontwikkeling.
In het kort is met de genoemde instrumenten het volgende mogelijk.
- De intrest rate cap (ook wel kortweg cap genoemd) zorgt ervoor dat de rentekosten van een lening met variabele rente tegen betaling van een premie
op een bepaald maximumniveau wordt begrensd.
- De intrest rate floor (ook wel kortweg floor genoemd) werkt op een soortgelijke manier als de cap. De floor begrenst, tegen betaling van een premie,
de renteopbrengsten op een bepaald minimumniveau. De floor wordt gebruikt bij depositorekeningen.
- De intrest rate collar (ook wel kortweg collar genoemd) is een combinatie van een cap en een floor. De collar geeft een afbakening van rentekosten
of -opbrengsten zowel aan de onder- als aan de bovenkant. De rentekosten of -opbrengsten bewegen zich binnen een (beperkte)
bandbreedte. De looptijd van een collar is gelijk aan die van een cap of floor. Voor een collar hoeft per saldo geen premie
te worden betaald. Een collar is in feite een combinatie van een gekochte optie (betaling premie) en een geschreven optie
(ontvangst premie).
- De fraption is een optie op een FRA. De koper van een fraption krijgt tegen betaling van een premie het recht in de (nabije) toekomst
een FRA te kopen tegen nu reeds vastgestelde voorwaarden. De verkoper (schrijver) ontvangt de premie en heeft de plicht tot
levering van de FRA. De looptijd van een fraption is afgestemd op de onderliggende FRA. In de praktijk worden weinig fraptions
afgesloten.
- De swaption is een optie op een swap. Een swaption is dus een overeenkomst waarbij het recht gekocht (of verkocht) wordt om een renteswap
af te sluiten. Tegen betaling van een premie heeft de houder het recht op een bepaald moment een swaptransactie af te sluiten
tegen een nu reeds vastgestelde rente en looptijd. De looptijd van een swaption is over het algemeen niet langer dan één jaar.
- De optie op obligatiefuture ten slotte is een overeenkomst waarbij het recht gekocht (of verkocht) wordt op een bepaald moment in de toekomst een obligatiefuture
af te sluiten tegen een vooraf vastgestelde koers.
Tot slot en ter illustratie een voorbeeld van het gebruik van een cap als instrument tegen een verwachte rentestijging voor
een bestaande lening.
Doel van deze tool
Onderneming A heeft een (aflossingsvrije) financiering van € 5 miljoen lopen met een variabele rente en een resterende looptijd
van drie jaar. Twee keer per jaar, op 7 maart en 7 september, wordt de rente gefixeerd op het zesmaands Euribor-tarief plus
een opslag van 0,5%. De onderneming verwacht weliswaar dat de rente in de naaste toekomst niet zal stijgen, maar wil toch
beschermd zijn tegen een onverwacht hoge(re) rentestand. Gegeven deze verwachting besluit de onderneming op 7 maart 2005 een
cap te kopen.
De kenmerken van de variabele lening en de cap zijn opgenomen in het bovenste deel van het werkblad Cap als instrument tegen
een verwachte rentestijging voor een bestaande lening in de bereiken A1:D5 en A6:D13, de uitwerking van de cap – in combinatie met de werkelijke zesmaandspercentages – in het bereik A15:F24. De premie van de cap wordt verrekend met de eerste termijn op 7 maart 2005 en bedraagt 41 basispunten (C13) over de hoofdsom van € 5.000.000.
Resultaten
Dankzij de cap betaalt de onderneming per saldo nooit meer dan 9% rente over de lening. Bij percentages boven 9% volgt een
ontvangst van de cap (E17:E23). In het voorbeeld weegt – bij de gegeven renteontwikkeling (B17:B23) – de capopbrengst (cel E24: € 47.644) ruimschoots op tegen de premie (cel C13: € 20.500). De cap fixeert de rentekosten dus niet, maar is een afschermend instrument.