Behaalde rendementen op obligaties zijn eenvoudig te berekenen met behulp van de functie IR.SCHEMA. Excel is in staat het rendement te bepalen aan de hand van een datumschema uit het verleden in combinatie met een of meerdere cashflows. De berekening werkt op basis van samengestelde rente en 365 renterekendagen per jaar.
Werkblad Rendementsberekeningen bij obligatieleningen: behaald rendement |
Bekijk screenshot van dit werkblad |
Onder effecten verstaan we verhandelbare waardepapieren zoals aandelen, obligaties, schatkistpapier, pandbrieven en opties.
Het beleggen in effecten kan worden beschouwd als een normale investeringsbeslissing waarbij de belegger ernaar streeft om gegeven een aanvaardbare risicograad – een zo hoog mogelijk rendement te behalen.
In dit verband kan verwezen worden naar de netto contante waarde en de interne rentabiliteit van investeringsprojecten aan de orde komen.
Ofschoon het in de praktijk niet altijd eenvoudig is om tot een eenduidige methode van rendementsberekening voor effecten te komen, blijkt de volgende algemene vergelijking in veel gevallen toepasbaar:
of in termen van interne rentabiliteit:
waarbij:
E0 | = | de uitgiftekoers of aankoopprijs op tijdstip 0 |
D1 t/m Dn | = | periodieke uitkeringen over de perioden 1 t/m n |
An | = | de (verwachte) verkoop- of aflossingsprijs aan het eind van periode n |
i | = | de te behalen of de gewenste rendementsvoet |
De algemene vergelijking kan in twee richtingen worden uitgezet:
In aansluiting op de algemene vergelijking kunnen we bij de berekening van het rendement op effecten gebruikmaken van de functie IR.SCHEMA(waarden;data;schatting).
Deze vergelijking, die we ook bij de berekening van de interne rentabiliteit van investeringsprojecten tegenkwamen, heeft onder Excel de volgende gedaante:
met:
di | = | i-e betaaldatum |
d1 | = | 0-e betaaldatum |
pi | = | i-e betaling |
rente | = | rendement |
In deze vergelijking wordt standaard uitgegaan van 365 rentedagen per jaar.
Dit kan enigszins afwijken van specifiek op waardepapieren gerichte Excel-functies waarbij gebruikgemaakt kan worden van een afwijkend datumschema (in de vorm van het argument soort-jaar).
Deze functies, die specifiek op vastrentende waardepapieren betrekking hebben, behandelen we ook nog uitgebreid.
Een obligatielening is een lening die wordt opgenomen tegen uitgifte van schuldbekentenissen.
Obligatieleningen verschillen onderling ten aanzien van looptijd, intrestvergoeding en aflossingswijze.
Bij de meeste soorten vindt rentebetaling – in de vorm van coupons – plaats op vaste tijdstippen en wordt op de vervaldatum – ook wel aangeduid als expiratiedatum – de hoofdsom ter grootte van de nominale waarde terugbetaald.
Hoewel de looptijd van obligaties in principe eindeloos kan variëren, zijn vaak voorkomende looptijden 2, 5, 10 en veelvouden van 10 jaar.
De (coupon)rente wordt vaak berekend op basis van de factor '30/360', wat wil zeggen dat gerekend wordt met 360 rentedagen en dat uitgegaan wordt van 12 maanden van precies 30 dagen. Couponrente wordt berekend op basis van enkelvoudige intrest en wordt betaalbaar gesteld per maand, per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks.
Obligaties worden uitgegeven tegen een emissiekoers die niet gelijk hoeft te zijn aan de nominale waarde van een obligatie. Aflossing kan ineens of geleidelijk plaatsvinden. De bovenstaande variabelen bepalen in belangrijke mate de prijsvorming en het rendement van obligaties.
Ook bij rendementberekeningen voor obligaties werken we met de Excel-functie IR.SCHEMA. Hieronder zijn weer twee voorbeelden uitgewerkt: één voor het behaalde en één voor het te verwachten rendement.
Heeft u ook een verantwoordelijkheid in personeelsmanagement? Kijk dan ook op HR Praktijk voor zekerheid over wetten en regels!