Bepalen van de gemiddelde voorraadtermijn

De omloopsnelheid van voorraden of de voorraadtermijn is vooral voor handelsbedrijven een zeer belangrijk kengetal als indicator van de snelheid waarmee voorraden worden verkocht. In dit werkblad worden de gemiddelde voorraadtermijnen per maand en gecumuleerd berekend.

Inloggen

Lid van de Kennisbank Financieel?

 

Log hier in om verder te lezen.

Afbreken

Gebruikersgegevens

 

Geef hier uw gebruikersnaam en wachtwoord:

Werkbladen in deze Excelsheet

Werkblad Bepalen van de gemiddelde voorraadtermijn

Bekijk screenshot van dit werkblad

Gebruiksinstructie

Introductie

De omloopsnelheid van voorraden drukt uit hoe vaak er overslag van de gemiddelde voorraad plaatsvindt. In plaats van de omloopsnelheid kan ook gebruik worden gemaakt van de voorraadtermijn. Dit kengetal is de reciproke van de omloopsnelheid, en geeft aan hoe lang (uitgedrukt in dagen of maanden) goederen of materialen op voorraad liggen voordat ze worden verkocht of opgenomen in het productieproces.

In het algemeen geldt: hoe hoger de omloopsnelheid van de voorraden c.q. hoe lager de voorraadtermijn, hoe beter.

De omloopsnelheid van voorraden of de voorraadtermijn is vooral voor handelsbedrijven een zeer belangrijk kengetal als indicator van de snelheid waarmee voorraden worden verkocht. Echter ook voor productiebedrijven is het van belang. Daar is het een indicatie van de snelheid waarmee voorraden materialen worden opgenomen in het productieproces en verkocht. In alle gevallen kan een dalende omloopsnelheid c.q. een oplopende voorraadtermijn een indicatie zijn van (toekomstige) problemen.

De branche waarin een organisatie werkzaam is, zal van invloed zijn op de voorraadtermijn die gerealiseerd wordt. Handelsbedrijven zullen in het algemeen een lage voorraadtermijn hebben, terwijl productiebedrijven veelal een hogere voorraadtermijn zullen hebben. Ook binnen deze groepen bedrijven zijn echter grote verschillen mogelijk. Bij het vergelijken van dit kengetal met andere organisaties is dan ook met name een vergelijking met branchegenoten zinvol.

Hoe lager de voorraadtermijn is, des te sneller worden voorraden verkocht en des te korter liggen ze dus in het magazijn. Dat betekent dat het kapitaalbeslag (de mate waarin het vermogen van de onderneming 'vastzit' in de voorraden) voor de gebruikte goederen lager wordt en daarmee de financieringskosten voor de onderneming. Dit kerncijfer is voor de liquiditeit van het bedrijf dan ook van groot belang.

Daarnaast geeft de voorraadtermijn ook aanwijzingen over de actualiteit van de goederenvoorraad en daarmee de kans dat voorraden verouderd zijn. Bij een lage voorraadtermijn bestaat de voorraad uit vrij actuele en nieuwe goederen. Bij een voorraadtermijn van bijvoorbeeld 365 dagen (ofwel een omloopsnelheid van 1), liggen goederen gemiddeld een jaar in voorraad. Er zijn dan ook goederen in de voorraad aanwezig die soms aanzienlijk ouder zijn dan één jaar. Het risico dat goederen moeten worden afgeschreven, wordt dan ook groter naarmate de voorraadtermijn hoger is c.q. de omloopsnelheid lager is.

Een bijkomend voordeel van een lage voorraadtermijn is lagere opslagkosten. Een bedrijf met een relatief lage voorraadtermijn zal immers minder ruimte nodig hebben voor de opslag van de voorraden ten opzichte van een vergelijkbare concurrent in dezelfde branche die een hogere voorraadtermijn kent.

Als de onderneming actief is op verschillende markten c.q. verschillende producten of productgroepen in het assortiment heeft, is het aan te bevelen de voorraadtermijn per markt of per product(groep) te bepalen. Verschillen in de kenmerken van markten en product(groep)en kunnen immers leiden tot een andere voorraadtermijn. Door slechts één gemiddelde voorraadtermijn te berekenen, zouden deze verschillen onzichtbaar blijven. Dit beperkt de mogelijkheden van de onderneming om de hoogte van de voorraadtermijn via gerichte maatregelen te beïnvloeden. Het kunnen berekenen van meerdere voorraadtermijnen vereist echter wel dat de administratie zodanig is ingericht dat de daarvoor benodigde gegevens opgeleverd kunnen worden.

Voorraadtermijn = (Gem. voorraad goederen (in periode)/Gebruik van goederen (in dezelfde periode)) x aantal dagen in periode

Voorbeeld jaar 200X

Voorraadtermijn = Gemiddelde voorraad/Gebruik van goederen = (7.200.000/21.780.000) x 365 = 121 dagen

Resultaat: de gemiddelde voorraadtermijn is 121 dagen, ofwel goederen liggen gemiddeld 121 dagen in voorraad voordat ze worden verkocht of gebruikt.