Introductie
Kengetallen met betrekking tot liquiditeit zijn een indicatie van het vermogen van een onderneming om op tijd aan haar verplichtingen
te voldoen. Een onderneming die niet op tijd haar schulden kan voldoen, loopt het risico dat haar continuïteit in gevaar komt.
Er zijn verschillende kengetallen voor liquiditeit: kasliquiditeit, quick ratio en current ratio. Al deze kengetallen geven
een verhouding weer tussen balansposten: tussen één of meerdere vlottende activa in de teller en de vlottende passiva in de
noemer. De noemer blijft daarbij gelijk, terwijl in de teller steeds posten worden toegevoegd die een afnemende mate van liquiditeit
kennen (van liquide middelen via vorderingen naar voorraden). De kengetallen geven daarmee een indicatie van de liquiditeit
op zeer korte termijn (kasliquiditeit) tot korte termijn (current ratio).
Kasliquiditeit
Toepassing en belang
De kasliquiditeit geeft de verhouding aan tussen de beschikbare liquide middelen enerzijds en de kortlopende verplichtingen
anderzijds. Het is een indicator van de mate waarin de kortlopende verplichtingen (vlottende passiva) kunnen worden gedekt
respectievelijk terugbetaald uit de liquide activa.
Het kengetal kan worden uitgedrukt als een ratio (bijvoorbeeld 0,15) of als een percentage (bijvoorbeeld 15%). De richtwaarde
van dit kengetal is per branche verschillend, maar meestal wordt voor dit kengetal een norm van 10 à 15% gehanteerd.
De formule voor kasliquiditeit is als volgt:
Kasliquiditeit = (liquide activa / kortlopende verplichtingen) X 100%
Inhoud van de formules
Teller - liquide activa
Posten van de activakant van de balans, zoals
- Effecten
- Liquide middelen
Noemer - kortlopende verplichtingen (ofwel vlottende passiva)
Posten van de passivakant van de balans met een kortlopend karakter, zoals
- converteerbare leningen
- andere obligaties en onderhandse leningen
- schulden aan kredietinstellingen
- schulden aan leveranciers en handelskredieten (crediteuren)
- te betalen wissels en cheques
- schulden aan groepsmaatschappijen
- schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
- belastingen en premies sociale verzekering
- schulden ter zake van pensioenen
- overige schulden
- overlopende passiva
Quick ratio
Toepassing en belang
De quick ratio geeft de verhouding aan tussen de vlottende activa minus de voorraden enerzijds, en de kortlopende verplichtingen
(vlottende passiva) anderzijds. De vlottende activa minus de voorraden zijn gelijk aan de liquide middelen plus kortlopende
vorderingen.
De quick ratio is een indicator van de mate waarin de kortlopende verplichtingen kunnen worden gedekt respectievelijk terugbetaald
uit de liquide middelen en kortlopende vorderingen. Door de voorraden niet mee te nemen wordt het risico dat samenhangt met
voorraden geëlimineerd.
Het kengetal wordt meestal uitgedrukt als een ratio (bijvoorbeeld 0,95) maar kan ook als een percentage worden weergegeven
(bijvoorbeeld 95%). De richtwaarde van dit kengetal is per branche verschillend. Als vuistregel wordt voor dit kengetal meestal
1 gehanteerd.
De formule voor de quick ratio is als volgt:
Quick ratio = (kortlopende vorderingen + liquide middelen) / kortlopende verplichtingen
Inhoud van de formules
Teller - liquide activa en kortlopende vorderingen
Posten van de activakant van de balans
- Liquide activa:
- Kortlopende vorderingen:
- Vorderingen op handelsdebiteuren
- Vorderingen op groepsmaatschappijen
- Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
- Overige (korte) vorderingen
- Van aandeelhouders opgevraagde stortingen
Noemer - kortlopende verplichtingen (ofwel vlottende passiva)
De noemer is gelijk aan de noemer bij het kengetal 'kasliquiditeit'.
Current ratio
Toepassing en belang
De current ratio geeft de verhouding aan tussen de vlottende activa enerzijds en de kortlopende verplichtingen (vlottende
passiva) anderzijds. Het is een indicator van de mate waarin de kortlopende verplichtingen kunnen worden gedekt respectievelijk
terugbetaald uit de vlottende activa.
Dit kengetal wordt meestal uitgedrukt als een ratio (bijvoorbeeld 1,5) maar kan ook als een percentage worden weergegeven
(bijvoorbeeld 150%). De richtwaarde van dit kengetal is per branche verschillend. Als vuistregel wordt voor dit kengetal meestal
een waarde tussen 1,5 en 2 gehanteerd.
De formule voor de current ratio is als volgt:
Current ratio = (liquide middelen + kortlopende vorderingen + voorraden) / kortlopende verplichtingen
Inhoud van de formules
Teller - vlottende activa
Posten van de activakant van de balans
- Liquide activa:
- Kortlopende vorderingen:
- Vorderingen op handelsdebiteuren
- Vorderingen op groepsmaatschappijen
- Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
- Overige (korte) vorderingen
- Van aandeelhouders opgevraagde stortingen
- Voorraden:
- Voorraad grond- en hulpstoffen
- Voorraad onderhanden werk
- Voorraad gereed product en handelsgoederen
- Vooruitbetaald op voorraden
Noemer - kortlopende verplichtingen (ofwel vlottende passiva)
De noemer is gelijk aan de noemer bij de kengetallen 'kasliquiditeit' en 'quick ratio'. Zie de Excel-tabel, tabblad Liquiditeit.
Doel van deze tool
Bepalen kengetallen voor liquiditeit: kasliquiditeit, quick ratio en current ratio.
In te vullen velden
Op dit werkblad (Liquiditeit) hoeven geen gegevens te worden ingevuld. De benodigde gegevens worden overgenomen uit de werkbladen Resultatenrekening en Balans. Eventueel kunnen op H65 de winstuitkeringen worden opgenomen, voor zover deze niet in de overige schulden opgenomen zijn.
Resultaten
Op dit werkblad (Liquiditeit) worden berekend:
|
|
in de cellen: |
A |
Liquide activa |
H20 |
|
|
|
B |
+ Kortlopende vorderingen |
H30 |
|
|
|
C |
+ Voorraden |
H38 |
|
|
|
D |
Vlottende activa |
H41 |
|
|
|
E |
Kortlopende schulden |
H62 |
|
|
|
F |
Totaal vlottende passiva |
H66 |
|
|
|
G |
Kasliquiditeit |
H71 |
|
|
|
H |
Quick ratio |
H73 |
|
|
|
I |
Current ratio |
H75 |
Tips & Trucs
De functie Subtotaal
Wellicht kent u al de Subtotalen-functionaliteit van Excel. Hiermee kunt u gemakkelijk voor groepen gegevens totalen genereren.
Bij deze functionaliteit maakt Excel gebruik van de functie Subtotalen. Deze functie kan ook afzonderlijk worden gebruikt.
Hier ziet u hoe u deze functie kunt gebruiken en wat de voordelen en nadelen hiervan zijn.
In het volgende overzicht worden de Vlottende activa van een onderneming berekend.

De cellen C4, C13 en C20 zouden de functie SOM kunnen bevatten. In dat geval zou in cel C22 de volgende formule kunnen staan: =C4+C13+C20 of =SOM(C4;C13;C20).
Zulke formules zijn niet alleen vrij bewerkelijk, ook de kans om fouten te maken is redelijk groot, vooral als de lijst later
wordt aangepast of uitgebreid.
Hetzelfde resultaat kunt u ook bereiken door gebruik te maken van de Excel-functie Subtotaal. Deze functie ziet er als volgt
uit:
=Subtotaal (functie_getal, bereik)
Functie_getal geeft aan welk soort berekening u wilt uitvoeren. De meest gebruikte waarden zijn:
1 = GEMIDDELDE
2 = AANTAL (aantal cellen waar een getal in staat)
3 = AANTALARG (aantal niet-lege cellen)
4 = MAX
5 = MIN
6 = PRODUCT
9 = SOM
In het voorbeeld worden sommeringen gebruikt en zien de formules er als volgt uit:
Cel C4: |
=SUBTOTAAL(9;C2:C3) |
Cel C13: |
=SUBTOTAAL(9;C7:C12) |
Cel C20: |
=SUBTOTAAL(9;C16:C19) |
In cel C22 kunt u nu de volgende formule gebruiken:
=SUBTOTAAL(9;C2:C20)
Alle cellen uit de celrange C2 t/m C20 die een getal bevatten, worden nu bij elkaar opgeteld, met uitzondering van de cellen
die een eerdere subtotaalformule bevatten. Deze worden genegeerd, zodat er geen dubbeltelling ontstaat. Andere Excel-functies
die een getal als uitkomst hebben, worden niet genegeerd, maar gewoon meegenomen in de optelling.
Het grote voordeel van het werken met deze functie is het feit dat u de cellen die bij elkaar moeten worden opgeteld, makkelijker
kunt selecteren waardoor minder snel fouten worden gemaakt. Bovendien kunt u later zonder problemen extra subtotalen tussenvoegen,
zonder dat u de andere subtotaal-formules (zoals de totaal-berekening in C22) hoeft aan te passen om dubbeltellingen te voorkomen.
Nadeel is het risico dat u per ongeluk een Som-formule gebruikt in plaats van een Subtotaal-formule in een van de 'onderliggende'
cellen (bijvoorbeeld C4, C13 of C20). In dat geval worden die gegevens twee keer opgeteld in het eindtotaal. Excel negeert
immers alleen eerdere Subtotaal-formules, maar geen andere formules die een getal als uitkomst hebben.
Let op!
De functie Subtotaal negeert verborgen rijen. Werkt u met gegevens waarop u vaak een filter toepast, en wilt u totalen van
alleen de gefilterde gegevens kunnen zien, dan kunt u het best de functie Subtotaal gebruiken. Deze functie voert de berekening
alleen over de zichtbare rijen uit.