Berekening gewogen gemiddelde (netto)vermogenskostenvoet

In dit werkblad is – gebruikmakend van de al beschikbare en gekoppelde gegevens uit het werkblad Basisrekenmodel bedrijfswaardering en het werkblad Berekenen risicograad bij overname – de financieringsstructuur berekend die van invloed is op de hoogte van de disconteringsvoet bij overname.

Inloggen

Lid van de Kennisbank Financieel?

 

Log hier in om verder te lezen.

Afbreken

Gebruikersgegevens

 

Geef hier uw gebruikersnaam en wachtwoord:

Werkbladen in deze Excelsheet

Berekening gewogen gemiddelde (netto)vermogenskostenvoet

Bekijk screenshot van dit werkblad

Gebruiksinstructie

Introductie

Naast de risicograad – die we meten met behulp van het systematisch risico of de bèta – is ook de financieringsstructuur van invloed op de hoogte van de disconteringsvoet bij overname.

Als een (over te nemen) onderneming is gefinancierd met zowel eigen (EV) als vreemd vermogen (VV) en de vermogenskostenvoet voor eigen respectievelijk vreemd vermogen bedraagt rev en rvv, dan bedraagt de gewogen vermogenskostenvoet ('Weighted Average Cost of Capital') voor de gehele onderneming:

Ofwel: een gewogen gemiddelde van de vermogenskostenvoet van het vreemd en het eigen vermogen, met de relatieve aandelen van vreemd en eigen vermogen als wegingsfactoren.

Indien we bovendien rekening houden met de fiscale aftrekmogelijkheden van de intrestkosten voor vreemd vermogen en we het belastingtarief vaststellen op Tc, dan bedraagt de netto gewogen vermogenskostenvoet:

Door de fiscale aftrekbaarheid van de intrestkosten kan voordeel ('financiële leverage') behaald worden door financiering met vreemd vermogen.

Financiering met vreemd vermogen vergroot echter tegelijkertijd de onzekerheid van de cashflows voor de aandeelhouders, waarvoor zij compensatie (lees: verhoging van de disconteringsvoet!) zullen vragen.

De eerder via het CAPM gevonden bèta dient daartoe gecorrigeerd te worden voor de financieringsstructuur. Financiering met vreemd vermogen leidt vanwege het hogere risico tot een hogere bèta en daarmee tot een hogere vermogenskostenvoet voor het eigen vermogen.

Dit gebeurt middels de relatie tussen de zogenoemde equity (levered) bèta en de asset (unlevered) bèta:

of enigszins herschreven:

Indien we bovendien nog rekening houden met de fiscale aftrekbaarheid van intrest krijgen we:

In alle gevallen geldt dat ingeval van financiering met vreemd vermogen