Introductie
In het werkblad Leasing keken we – in het kader van de uitgebreide gebruiksmogelijkheden van de basisfuncties – naar het onderwerp leasing.
Leasing definieerden we daarbij als:
'een overeenkomst waarbij de ene partij (de lessor) de andere partij (de lessee) toestaat tegen periodieke betaling gedurende
een bepaalde periode het genot te hebben over een (bedrijfs)middel.'
Hier concentreren we ons op de financial lease-vorm. Financial lease laat zich het best vergelijken met het aangaan van een
lening: de lessor financiert doorgaans uitsluitend. De lessee betaalt periodiek een (gelijk) bedrag voor rente en aflossing.
Het economische risico komt in zijn geheel voor rekening van de lessee, die na betaling van de laatste termijn naast het economische
ook het juridische eigendom verwerft. Het goed wordt aan het einde van het leasecontract vaak gekocht van de leasemaatschappij
(koopoptie) voor een (symbolisch) vast bedrag. Het leasecontract kan tussentijds niet worden opgezegd.
Vanuit het standpunt van de lessee is leasing vergelijkbaar met het aangaan van een langlopende lening. Voor financial lease
gelden in veel gevallen dezelfde rekenregels als voor annuïtaire leningen, waarbij de leasetermijnen op te vatten zijn als
doorberekende annuïteiten. Bij de doorberekening van annuïteiten gebruik kunnen maken van de basisfunctie BET, zie het werkblad
De rekenkundige samenhang van de vijf basisfuncties.
De belangrijkste reden om voor lease te kiezen en niet voor een lening zijn gelegen op het fiscale vlak.
We focussen onze blik in dit werkblad op de onderliggende geldstromen bij financial leasing. Dit doen we vanuit de afweging
'kopen of leasen'. We zullen zien dat daarbij met name verschillen in belastingtarieven een belangrijke rol spelen: de fiscus
stimuleert en betaalt feitelijk.
Doel van deze tool
Doel eerste drie werkbladen
Baggeraar B.A.G. dient – na intensief gebruik – zijn filterinstallatie om de vijf jaar te vernieuwen. Met de vernieuwing gaat
een investering gepaard van € 1.000.0000. Een plezierige bijkomstigheid is dat de techniek de afgelopen vijf jaar niet heeft
stilgestaan en dat de nieuwe generatie filteraars veel minder energie verbruikt: jaarlijks is zo een besparing mogelijk van
€ 60.000 op de energielasten.
Tot op heden heeft B.A.G. investeringen altijd gefinancierd met langlopende leningen, maar bij de nieuwe investeringsronde
wordt financial lease serieus overwogen.
Om tot een zuivere afweging te komen heeft de controller van B.A.G. de volgende 5-jaars cashflowprognoses samengesteld voor
de opties koop en lease.
De cashflowprognose voor de optie lease is daarbij afgeleid van de offerte van de leasemaatschappij, ofwel de lessor.
Werkblad Inzetten op win-winsituatie voor leasemaatschappij/lessor
De controller van B.A.G. doorziet een en ander en zet in de onderhandelingen met de leasemaatschappij/lessor in op een win-winsituatie.
Zijn inzet is om voor B.A.G. een voordeel binnen te halen van € 1.000.
In te vullen velden
Werkblad Beeld 'Koop versus leaseafweging' bij de koper/lessee
In de cellen B2 tot en met B8 staat de invoer voor de berekening van de cashflows opgenomen.
Naast de al bekende gegevens wordt uitgegaan van de lineaire methode van afschrijven (B5), een vennootschapsbelastingtarief van 34% (B4) en een risicovrije rentevoet van 7,5% (B6) per jaar. De risicovrije rentevoet na belasting (B7) is gelijk aan (1-belastingtarief)*(risicovrije rentevoet voor belasting). De risicovrije rentevoet na belasting (B7) wordt gebruikt om de cashflows of kasstromen te kapitaliseren in B9 en B10.
De ingevulde leasetermijnen in C19:G19 zijn afkomstig uit de offerte van de lessor/leasingmaatschappij, die de termijnen annuïtair berekend heeft met behulp van
de formule BET(7,5%;5;1000000) = 247.165.
Werkblad Beeld 'koop versus lease' bij de koper/lessee en bij de leasemaatschappij/lessor
We zien in het werkblad Beeld 'koop versus lease' bij de koper/lessee dat koop uiteindelijk toch voordeliger blijkt dan lease.
In dit werkblad hebben we het beeld compleet gemaakt door er ook de cashflows van de leasemaatschappij/lessor bij te betrekken:
Werkblad Lessee vrijgesteld is belastingplicht
Onder de omstandigheden –zoals weergegeven in het werkblad Beeld 'koop versus lease' bij de koper/lessee en bij de leasemaatschappij/lessor
– zal lease niet tot stand komen omdat geen sprake is van een win-winsituatie.
Hiervoor is noodzakelijk dat de lessor en de lessee onder een verschillend fiscaal klimaat vallen.
Om dit te bekijken maken we eerst een tussenstap en veronderstellen we voor het gemak dat de lessee vrijgesteld is van belastingplicht.
Werkblad Inzetten op win-winsituatie voor leasemaatschappij/lessor
Om het daarbij behorende leasetarief te berekenen haalt hij de Oplosser van stal en voert het aspiratieniveau als volgt in:

Nadat hij op de knop Oplossen heeft geklikt, kiest hij ervoor om de oplossing te behouden en kiest voor een antwoordrapport:
Resultaten
Werkblad Beeld 'Koop versus leaseafweging' bij de koper/lessee
In de rijen 14 tot en met 17 staan de cashflows weergegeven in geval van koop, in de rijen 19 tot en met 22 in geval van lease. In rij 26 staat het jaarlijkse verschil opgenomen tussen het totaal van de koop- en de leasecashflows (= rij 22 minus rij 17).
In B9 en B10 is op twee verschillende manieren berekend dat de optie koop uiteindelijk toch voordeliger uitpakt dan de optie lease. Gekapitaliseerd
is het verschil € 2.050,96.
In cel B9 hebben we daartoe gebruikgemaakt van de functie NHW(rente;waarde1;waarde2; ...) en in cel B10 van de functie HW(rente;aantal-termijnen;bet;tw;type_getal).
B9 |
=NHW($B$7;B26:G26)*(1+$B$7) = -2.050,96
|
B10 |
=B26+HW(B$7;5;-GEMIDDELDE(C26:G26)) = -2.050,96
|
Zowel met de functie NHW als met de functie HW kan de contante waarde berekend worden van kasstromen.
In dit verband verwijzen we ook naar het werkblad Berekening contante waarde van regelmatige betalingsreeksen en naar het werkblad Berekening NCW en IR bij vaste periodiciteit: voorbeeld 1.
Tot slot staan in B24:G24 (in het geval dat voor lease wordt gekozen) de waarden weergegeven die per ultimo van het jaar als verplichting moeten worden
opgenomen op de balans. Ook deze waarden berekenen we met behulp van de functie NHW(rente;waarde1;waarde2; ...).
Werkblad Beeld 'koop versus lease' bij de koper/lessee en bij de leasemaatschappij/lessor
In de cellen C2 tot en met C8 staat de vergelijkbare invoer voor de berekening van de cashflows opgenomen voor de lessor. Daarbij gaan we ervan uit dat
de lessor onder exact dezelfde omstandigheden opereert als de lessee: een gelijke (lineaire) methode van afschrijven (C5), een gelijk vennootschapsbelastingtarief van 34% (C4) en een gelijke risicovrije rentevoet van 7,5% (C6) per jaar. De ingevulde leasetermijnen in C32:G32 zijn gelijk, maar omgekeerd aan die van de lessee.
In de rijen 30 tot en met 34 staan de bijbehorende cashflows weergegeven voor de lessor.
In C9 en C10 hebben we het totaal van deze cashflows weer op twee verschillende manieren gekapitaliseerd.
C9 |
=NHW($C$7;B34:G34)*(1+$C$7) = 2.050,96 |
C10 |
=-(-B34+HW($C$7;G28;GEMIDDELDE(C34:G34))) = 2.050,96 |
De uitkomst blijkt onder identieke omstandigheden en onder een identiek fiscaal regiem ook identiek – maar wel omgekeerd –
aan dat van de koper/lessee.
Afgezien van eventuele transactiekosten blijkt het nadeel voor de lessee dus exact gelijk aan het voordeel voor de lessor.
Werkblad Lessee vrijgesteld is belastingplicht
Doordat de lessee nu niet belastingplichtig is, is de risicovrije rentevoet voor belasting gelijk aan die na belasting, namelijk
7,5%.
Dit betekent dat een relatief voordeel van 'koop boven lease' of 'lease boven koop' niet meer aanwezig is en dat het gekapitaliseerde
verschil voor de lessee in B9 en B10 uitkomt op 0, hetgeen gelijk is aan het gekapitaliseerde cashflowverschil voor de reeks B26:G26.
Bij de leasemaatschappij/lessor bedraagt de positieve uitkomst in C9 en C10 nog steeds € 2.050,96. Dit komt omdat de lessor wel een belastingvoordeel geniet. De 'risicovrije rentevoet na belastingen'
(4,95%) ligt lager ligt dan de 'risicovrije rentevoet voor belastingen' (7%).
De leasemaatschappij brengt dit lagere rentepercentage echter niet tot uiting in het leasetarief dat bij de lessee in rekening
wordt gebracht en rekent 7,5% door:
BET(7,5%;5;1000000) = 247.165
Werkblad Inzetten op win-win situatie voor leasemaatschappij/lessor
Voor zowel de lessee als de lessor blijkt nu sprake van winst. Hiervoor hoeft de lessor maar een klein gedeelte van zijn oorspronkelijke
rendement (7,50%) in te leveren:
=RENTE(5;-246918;1000000) = 7,462%