Werkblad Berekening afschrijving met functies LIN.AFSCHR, DB, DDB, VDB en SYD |
Bekijk screenshot van dit werkblad |
De uitkomsten voor de verschillende functies komen (rekenkundig) als volgt tot stand.
De functie LIN.AFSCHR(kosten;restwaarde;duur) berekent de lineaire afschrijvingen van activa. Bij lineair afschrijven wordt jaarlijks een vast percentage van de aanschaffingsprijs afgeschreven volgens de formule:
waarbij:
A = aanschafwaarde;
R = restwaarde
n = afschrijvingsduur.
De uitkomsten in het voorbeeld zijn met deze formule eenvoudig te herleiden en spreken voor zich.
De functie DB(kosten;restwaarde;duur;termijn;maand) werkt met behulp van een vaste degressieve afschrijvingsmethode, ook wel 'fixed declining balance'-methode genoemd. Bij deze methode wordt versneld afgeschreven en wordt uitgegaan van een vast afschrijvingspercentage op de resterende boekwaarde. Hierdoor zijn de afschrijvingen in het begin hoger dan aan het eind van de afschrijvingsduur. De functie DB gebruikt de volgende formules om de afschrijving te berekenen:
(aanschafwaarde – totale_afschrijving_vorige_perioden) * factor
waarbij:
De afschrijvingen over de eerste en laatste termijn zijn speciale gevallen. Voor de eerste termijn gebruikt DB de volgende formule:
Voor de laatste termijn gebruikt DB de volgende formule:
De functie DDB(kosten;restwaarde;duur;termijn;factor) berekent de afschrijving van activa over een bepaalde termijn met behulp van een dubbele degressieve afschrijvingsmethode, ook wel 'double declining balance'-methode genoemd. Ook bij de dubbele degressieve afschrijvingsmethode worden de activa versneld afgeschreven. De afschrijving is het hoogst in de eerste termijn en wordt steeds kleiner in de volgende termijnen. DDB gebruikt de volgende formule om de afschrijving over een bepaalde termijn te berekenen:
Als het argument factor wordt weggelaten, gaat Excel uit van een standaardwaarde van 2, ofwel van een 'zuivere' dubbele degressieve afschrijving. Bij invulling van een hogere waarde (>2) vindt verdere versnelling van de afschrijving plaats in de eerste jaren.
De functie VDB(kosten;restwaarde;duur;begin_periode;einde_periode;factor;geen_omschakeling) berekent de afschrijving van activa over een hele periode of een deel van de periode (argumenten begin_periode en einde_periode) op basis van de DDB-methode. Als u het logische argument geen_omschakeling invult als 0, schakelt de functie VDB over naar de lineaire afschrijvingsmethodiek zodra de uitkomsten van deze methode hoger zijn dan die volgens de DDB-methode.
De functie SYD(kosten;restwaarde;duur;termijn) berekent de afschrijving van activa over een bepaalde termijn met behulp van de 'Sum-Of-The-Years-Digits'-methode. Dit is ook een methode met dalende afschrijvingsbedragen volgens de volgende rekenkundige reeks:
Hieruit blijkt dat de resterende levensduur van de activa als wegingsfactor meetelt, resulterend in een degressief verloop van de afschrijvingen. Ook deze methode schrijft dus versneld af over de eerdere jaren.
Heeft u ook een verantwoordelijkheid in personeelsmanagement? Kijk dan ook op HR Praktijk voor zekerheid over wetten en regels!