Werken met macro's

Samenvatting

In dit artikel is gebruikgemaakt van de Nederlandstalige versie van Excel.

In uw dagelijkse werkzaamheden met Excel komt het regelmatig voor dat u dezelfde handelingen in dezelfde volgorde moet uitvoeren. Hierbij kunt u denken aan:

• het invoegen van de huidige datum met een bepaalde opmaak in een werkboek;
• het printen (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks) van bepaalde delen uit een bestand;
• het voorzien van uw werkbladen van een vooraf afgesproken opmaak;
• het beveiligen van uw werkbladen in een werkboek, enzovoort.

Deze handelingen kunt u elke keer op de bekende manier uitvoeren. Maar het zou handiger en sneller werken als u deze handelingen eenmalig in de juiste volgorde opslaat en ze daarna door Excel laat uitvoeren met behulp van een 'druk op een knop'. Het opnemen (opslaan) van een reeks in de juiste volgorde uitgevoerde handelingen noemen we het maken van een macro.

Een macro is dus niets anders dan een reeks instructies (programmacode) waarin staat welke handelingen moeten worden uitgevoerd en in welke volgorde die moeten worden uitgevoerd.

De macro's hebben als voordeel dat ze zeer snel zijn. Zij voeren de handelingen veel sneller uit dan u zou kunnen doen. Sommige macro's zijn heel simpel terwijl andere zeer complex kunnen zijn. U kunt zelf macro's maken die interactief zijn. Deze kunnen de gebruiker om informatie vragen en deze informatie gebruiken in de navolgende bewerkingen.

Excel biedt ons de volgende twee manieren om macro's te maken:

1. Het automatisch opnemen van een macro.
2. Het handmatig schrijven (programmeren) van een macro. Hiervoor voert u instructies in een module in het werkboek in.

De programmeertaal die Excel gebruikt voor macro's, is Visual ...