Ingevoerd bestuursverbod bestrijdt faillissementsfraude

Door: Lianne Bouman | redactie: WEKA Financieel | 04 juli 2016
Op 1 juli 2016 werd de Wet civielrechtelijk bestuursverbod van kracht. Voortaan krijgen frauduleuze bestuurders door de rechter een civielrechtelijk bestuursverbod opgelegd van maximaal vijf jaar.

In maart dit jaar werd het wetsvoorstel Civielrechtelijk bestuursverbod in de Eerste Kamer behandeld. Het wetsvoorstel is op 5 april 2016 door de Eerste Kamer aangenomen.

 

De wet voegt aan de Faillissementswet de mogelijkheid toe om een civielrechtelijk bestuursverbod van ten hoogste vijf jaar op te leggen aan een bestuurder die faillissementsfraude pleegt of zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag in aanloop naar een faillissement. De regering wil hiermee faillissementsfraude en onregelmatigheden rond een faillissement bestrijden en voorkomen dat frauduleuze bestuurders hun activiteiten voort kunnen zetten. Een bestuurder met een bestuursverbod, mag ook geen bestuursfunctie of commissariaat uitoefenen bij een andere organisatie.

 

Opleggen bestuursverbod

Een bestuursverbod wordt opgelegd door de civiele rechter op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) of op verzoek van de curator in het kader van het faillissement van een rechtspersoon waar de betrokkene bestuurder was.